Lissabon, ook wel de witte stad genoemd. 1200 jaar voor Chr. waren de Feniciërs al op deze plek en noemde het Alisubbo, heerlijke baai. De hoofdstad van Portugal ligt niet alleen aan een prachrige baai, het is ook een heerlijke stad voor een korte vakantie. In dit arikel een aantal top-bezienswaardigheden die bij een korte vakantie de moeite waard zijn om te bezoeken.
5. Castelo de São Jorge
Het Kasteel van Sint-Joris ligt hoog boven Lissabon. Het werd gebouwd door de Moren op de resten van een vesting uit de 5e eeuw toen Portugal werd bewoond door de Visigoten. De Moren werden tijdens de Reconquista (christelijke herovering) in 1147 verdreven door koning Afonso Henriques.
Via de hoofdingang kom je op een groot centraal plein (Praça D’Armas), waar kanonnen staan en een bronzen beeld van Dom Afonso Henriques. Dat beeld is overigens een kopie van het 19e eeuwse origineel dat bij het kasteel Guimarães staat. Aan het plein staan de resten van het Koninklijk Paleis met onder meer de herbouwde Casa Ogival. In die ruimte kunt u een multimediavoorstelling (Olissipónia) zien over de geschiedenis van Lissabon. Er is veel aandacht voor de aardbeving van 1755 en de schade die toen werd aangericht aan Lissabon en het kasteel.
Binnen de vesting zie je verder de resten van een middeleeuwse kerk en er zijn enkele eethuisjes en souvenirshops.
4. Alfama
De oudste wijk van Lissabon is het hooggelegen Alfama, tussen het Kasteel van Sint-Joris en de Taag. De naam is afgeleid van het Arabische Al-hamma (bad). Vroeger bevonden zich aan de voet van de heuvel warmwaterbronnen. Wonder boven wonder werd deze wijk gespaard bij de grote aardbeving van 1755.
De meeste mensen nemen vanaf de rotonde Praça Duque da Terceira de tram naar Alfama, aangezien de klim naar boven behoorlijk steil is. Alfama is een labyrint van steile bochtige straatjes, smalle stegen, bogen, poorten en trappen. De beste manier om de wijk te verkennen is een beetje rondstruinen, hier naar links, daar naar rechts. Je zult waarschijnlijk wat verdwalen, iets wat bijna niet te vermijden is. Uiteindelijk kom je wel weer op een punt dat je herkent, zoals een van de terrassen waar je een mooi uitzicht hebt over deze oude wijk. De grootste terrassen (miradouros) zijn Miradouro de Santa Luzia en Miradouro das Portas do Sol.
3. Museu Nacional do Azulejo
Alleen al de locatie van dit museum is een bezoek waard: het is gevestigd in een schitterend klooster (Madre de Deus) uit de 16e eeuw. De vele plafond- en wandschilderingen van heiligen en koningen zijn zeer indrukwekkend. Het museum zelf is niet minder spectaculair.
Het hoogtepunt van het museum is een paneel in wit en blauw dat 23 meter lang is en uit 1300 tegels bestaat. Het is een panorama van Lissabon in 1738, oftewel voordat de grote aardbeving zijn verwoestingen aanrichtte. Daarnaast zijn er vele andere grote en kleine tegelpanelen. De oudste stammen uit de 15e eeuw, maar de kunst wordt in Portugal nog steeds beoefend en er zijn daarom ook enkele moderne azulejos aan de collectie toegevoegd.
2. Torre de Bélem
De Torre de Bélem is een verdedigingstoren aan de Taag, gebouwd tussen 1515 en 1521. Het is een schitterend voorbeeld van de zogeheten Manuelstijl, genoemd naar koning Manuel onder wiens heerschappij deze toren werd gebouwd. De Manuelstijl kenmerkt zich door de vermenging van gotiek, renaissance en Moorse invloeden. Niet lang na de bouw van de toren werd Portugal een deel van Spanje en kreeg de toren een functie als gevangenis. De kerkers liepen geregeld onder water. Oorspronkelijk lag deze toren namelijk op een zandbank in de Taag, maar na de aardbeving van 1755 veranderde de loop van de rivier waardoor het verdedigingswerk nu op het vasteland staat.
De toren werd gebouwd toen Portugal op het hoogtepunt van zijn macht stond. In de toren zijn vele verwijzingen aangebracht naar de ontdekkingsreizen van Portugese zeevaarders. Zo is er een standbeeld van een neushoorn, waarschijnlijk de eerste afbeelding van dat dier in de West-Europese kunst. Ook is er een standbeeld van Maria, bedoeld als bescherming voor de zeevaarders.
1. Parque das Naçoes
In 1998 organiseerde Lissabon de Expo. Enkele attracties van die tentoonstelling zijn nog steeds te bezoeken in het Parque des Naçoes. Daarnaast is het een uitgaanscentrum met bars, restaurants, bioscopen en het grote Vasco da Gama winkelcentrum.
De grootste trekpleister van de Wereldtentoonstelling in 1998 is nog steeds een attractie van formaat: het Oceanarium, het grootste aquarium van Europa. Er zijn vijf grote bassins waarin het onderwaterleven van de wereldoceanen wordt nagebootst. Daarnaast zijn er enkele kleinere watertanks. In totaal bevatten die bassins zo’n 7 miljoen liter water! Je kunt zowel op eigen gelegenheid het Oceanarium bekijken als een rondleiding boeken.
Verder rijdt er een treintje over het terrein en is er een kabelbaan. Vooral vanuit die kabelbaan heb je een mooi uitzicht op de lange (12 kilometer) Vasco da Gamabrug.
Plaats een reactie